schrappen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | schrap | schrapte | heb geschrapt |
jij, je, u | schrapt | schrapte | hebt geschrapt |
hij, zij, het | schrapt | schrapte | heeft geschrapt |
wij | schrappen | schrapten | hebben geschrapt |
jullie | schrappen | schrapten | hebben geschrapt |
zij, ze | schrappen | schrapten | hebben geschrapt |
PresensBeta
Example presens sentences for Schrappen with some of the pronouns.
- Ik schrap mijn notities na elke vergadering.
- Jij schrapt de verouderde regels uit het handboek.
- Hij schrapt enkele zinnen in zijn manuscript.
- Wij schrappen de overbodige informatie uit de presentatie.
- Jullie schrappen de namen die niet op de lijst staan.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Schrappen with some of the pronouns.
- Vroeger schrapte ik altijd de eerste versies van mijn essays.
- Toen ik het oude systeem verving, schrapte ik de oude gegevens.
- Hij schrapte regelmatig de passages die niet relevant waren.
- In die periode schrapten we veel onnodige kosten.
- Elke dag schrapten jullie een aantal items van de checklist.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Schrappen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn to-do lijst geschrapt.
- Jij hebt de foutieve passage uit het document geschrapt.
- Hij heeft de dubbele boekingen geschrapt.
- Wij hebben de onnodige details geschrapt.
- Jullie hebben de verkeerde woorden geschrapt.