sekwestreren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | sekwestreer | sekwestreerde | heb gesekwestreerd |
jij, je, u | sekwestreert | sekwestreerde | hebt gesekwestreerd |
hij, zij, het | sekwestreert | sekwestreerde | heeft gesekwestreerd |
wij | sekwestreren | sekwestreerden | hebben gesekwestreerd |
jullie | sekwestreren | sekwestreerden | hebben gesekwestreerd |
zij, ze | sekwestreren | sekwestreerden | hebben gesekwestreerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Sekwestreren with some of the pronouns.
- Ik sekwestreer een verdacht pakket.
- Jij sekwestreert de eigendommen van de overtreders.
- Hij/Zij sekwestreert het gestolen geld.
- Wij sekwestreren de illegale goederen.
- Zij sekwestreren de voertuigen van de criminelen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Sekwestreren with some of the pronouns.
- Ik sekwestreerde een verdacht pakket.
- Jij sekwestreerde de eigendommen van de overtreders.
- Hij/Zij sekwestreerde het gestolen geld.
- Wij sekwestreerden de illegale goederen.
- Zij sekwestreerden de voertuigen van de criminelen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Sekwestreren with some of the pronouns.
- Ik heb een verdacht pakket gesekwestreerd.
- Jij hebt de eigendommen van de overtreders gesekwestreerd.
- Hij/Zij heeft het gestolen geld gesekwestreerd.
- Wij hebben de illegale goederen gesekwestreerd.
- Zij hebben de voertuigen van de criminelen gesekwestreerd.