soutacheren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | soutacheer | soutacheerde | heb gesoutacheerd |
jij, je, u | soutacheert | soutacheerde | hebt gesoutacheerd |
hij, zij, het | soutacheert | soutacheerde | heeft gesoutacheerd |
wij | soutacheren | soutacheerden | hebben gesoutacheerd |
jullie | soutacheren | soutacheerden | hebben gesoutacheerd |
zij, ze | soutacheren | soutacheerden | hebben gesoutacheerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Soutacheren with some of the pronouns.
- Ik soutecheer vandaag een nieuw kledingstuk.
- Jij soutecheert altijd met veel precisie.
- Hij/zij soutacheert de randen van het kussen.
- Wij soutecheren regelmatig voor speciale gelegenheden.
- Jullie soutecheren graag met verschillende kleuren garen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Soutacheren with some of the pronouns.
- Vroeger soutacheerde ik vaak als hobby.
- Toen ik jonger was, soutacheerde jij ook veel.
- Hij/zij soutacheerde lang voordat het populair werd.
- Wij soutacheerden gezamenlijk tijdens onze cursus.
- Jullie soutacheerden vroeger voor familie en vrienden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Soutacheren with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren een prachtige jurk gesoutacheerd.
- Jij hebt al meerdere projecten met succes gesoutacheerd.
- Hij/zij heeft de techniek snel onder de knie gesoutacheerd.
- Wij hebben samen een uniek wandkleed gesoutacheerd.
- Jullie hebben veel ervaring opgedaan met het soutacheren van accessoires.