spenen

Conjugations List of Spenen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikspeenspeendeheb gespeend
jij, je, uspeentspeendehebt gespeend
hij, zij, hetspeentspeendeheeft gespeend
wijspenenspeendenhebben gespeend
julliespenenspeendenhebben gespeend
zij, zespenenspeendenhebben gespeend

Presens
Beta

Example presens sentences for Spenen with some of the pronouns.

  • Ik speen de baby.
  • Jij spenen de puppy's.
  • Hij/zij spenen de kittens.
  • Wij spenen de veulens.
  • Zij spenen de lammetjes.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Spenen with some of the pronouns.

  • Ik speende de baby.
  • Jij speende de puppy's.
  • Hij/zij speende de kittens.
  • Wij speenden de veulens.
  • Zij speenden de lammetjes.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Spenen with some of the pronouns.

  • Ik heb de baby gespeend.
  • Jij hebt de puppy's gespeend.
  • Hij/zij heeft de kittens gespeend.
  • Wij hebben de veulens gespeend.
  • Zij hebben de lammetjes gespeend.