stichten

Conjugations List of Stichten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstichtstichtteheb gesticht
jij, je, ustichtstichttehebt gesticht
hij, zij, hetstichtstichtteheeft gesticht
wijstichtenstichttenhebben gesticht
julliestichtenstichttenhebben gesticht
zij, zestichtenstichttenhebben gesticht