terugdeinzen

Conjugations List of Terugdeinzen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdeins terugdeinsde terugben teruggedeinsd
jij, je, udeinst terugdeinsde terugbent teruggedeinsd
hij, zij, hetdeinst terugdeinsde terugis teruggedeinsd
wijdeinzen terugdeinsden terugzijn teruggedeinsd
julliedeinzen terugdeinsden terugzijn teruggedeinsd
zij, zedeinzen terugdeinsden terugzijn teruggedeinsd

Presens
Beta

Example presens sentences for Terugdeinzen with some of the pronouns.

  • Ik deinse niet terug voor uitdagingen.
  • Jij deinst niet terug wanneer het moeilijk wordt.
  • Hij/zij/het deinst niet terug voor confrontaties.
  • Wij deinzen niet terug om te experimenteren.
  • Jullie deinsden niet terug tijdens de wedstrijd.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Terugdeinzen with some of the pronouns.

  • Ik deinsde niet terug voor de uitdagingen van gisteren.
  • Jij deinsde niet terug toen ik hulp nodig had.
  • Hij/zij/het deinsde niet terug voor de dreiging.
  • Wij deinsden niet terug voor de storm.
  • Jullie deinsden niet terug ondanks de tegenslagen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Terugdeinzen with some of the pronouns.

  • Ik ben niet teruggedeinsd voor de moeilijke beslissing.
  • Jij bent niet teruggedeinsd toen het gevaarlijk werd.
  • Hij/zij/het is niet teruggedeinsd voor de verantwoordelijkheid.
  • Wij zijn niet teruggedeinsd om ons standpunt te verdedigen.
  • Jullie zijn niet teruggedeinsd op weg naar succes.