tjilpen

Conjugations List of Tjilpen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktjilptjilpteheb getjilpt
jij, je, utjilpttjilptehebt getjilpt
hij, zij, hettjilpttjilpteheeft getjilpt
wijtjilpentjilptenhebben getjilpt
jullietjilpentjilptenhebben getjilpt
zij, zetjilpentjilptenhebben getjilpt

Presens
Beta

Example presens sentences for Tjilpen with some of the pronouns.

  • De vogels tjilpen vrolijk in de tuin.
  • Ik tjilp samen met de merel in de ochtendzon.
  • Jij tjilpt als een kanarie in een kooi.
  • Hij of zij tjilpt altijd wanneer er gevaar dreigt.
  • Wij tjilpen graag tijdens het picknicken in het park.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Tjilpen with some of the pronouns.

  • De vogels tjilpten vrolijk in de tuin.
  • Ik tjilpte samen met de merel in de ochtendzon.
  • Jij tjilpte als een kanarie in een kooi.
  • Hij of zij tjilpte altijd wanneer er gevaar dreigde.
  • Wij tjilpten graag tijdens het picknicken in het park.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Tjilpen with some of the pronouns.

  • De vogels hebben vrolijk getjilpt in de tuin.
  • Ik heb samen met de merel in de ochtendzon getjilpt.
  • Jij hebt als een kanarie in een kooi getjilpt.
  • Hij of zij heeft altijd getjilpt wanneer er gevaar dreigde.
  • Wij hebben graag getjilpt tijdens het picknicken in het park.