toehappen

Conjugations List of Toehappen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhap toehapte toeheb toegehapt
jij, je, uhapt toehapte toehebt toegehapt
hij, zij, hethapt toehapte toeheeft toegehapt
wijhappen toehapten toehebben toegehapt
julliehappen toehapten toehebben toegehapt
zij, zehappen toehapten toehebben toegehapt

Presens
Beta

Example presens sentences for Toehappen with some of the pronouns.

  • Ik hap toe bij elke kans die zich voordoet.
  • Jij hapt toe wanneer er iets interessants gebeurt.
  • Hij/Zij hapt toe als er een aanbieding is.
  • Wij happen toe op elk moment van de dag.
  • Jullie happen toe zonder aarzeling.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Toehappen with some of the pronouns.

  • Ik hapte toe zodra ik het nieuws hoorde.
  • Jij hapte toe terwijl ik aan het praten was.
  • Hij/Zij hapte toe toen ik het cadeau gaf.
  • Wij hapten toe voordat het te laat was.
  • Jullie hapten toe terwijl we aan het wandelen waren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Toehappen with some of the pronouns.

  • Ik heb toegehapt toen ik het voorstel zag.
  • Jij hebt toegehapt op het aanbod van de baan.
  • Hij/Zij heeft toegehapt tijdens de uitverkoop.
  • Wij hebben toegehapt nadat we de recensies lazen.
  • Jullie hebben toegehapt bij het horen van de prijs.