toekeren

Conjugations List of Toekeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkeer toekeerde toeheb toegekeerd
jij, je, ukeert toekeerde toehebt toegekeerd
hij, zij, hetkeert toekeerde toeheeft toegekeerd
wijkeren toekeerden toehebben toegekeerd
julliekeren toekeerden toehebben toegekeerd
zij, zekeren toekeerden toehebben toegekeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Toekeren with some of the pronouns.

  • Ik keer me naar de zon toe tijdens het ontbijt.
  • Jij keert je altijd tot mij als je hulp nodig hebt.
  • Hij keert zich af van de problemen en zoekt naar oplossingen.
  • Wij keren ons tegen onrechtvaardigheid in de samenleving.
  • Jullie keren je tot de kunsten voor inspiratie.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Toekeren with some of the pronouns.

  • Ik keerde me vroeger altijd met plezier tot mijn grootouders.
  • Jij keerde je regelmatig tot boeken voor vermaak.
  • Hij keerde zich vaak af van mensen die hem niet begrepen.
  • Wij keerden ons in die tijd tot muziek als uitlaatklep.
  • Jullie keerden je toen tot elkaar voor steun in moeilijke tijden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Toekeren with some of the pronouns.

  • Ik ben me naar binnen toegekeerd om mezelf beter te leren kennen.
  • Jij bent je tot de wetenschap toegekeerd voor antwoorden.
  • Hij is zich van zijn familie afgewend en heeft een nieuw leven opgebouwd.
  • Wij zijn ons tot de natuur gaan richten voor rust en ontspanning.
  • Jullie zijn jullie op carrièreontwikkeling gaan richten.