toeleven

Conjugations List of Toeleven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikleef toeleefde toeheb toegeleefd
jij, je, uleeft toeleefde toehebt toegeleefd
hij, zij, hetleeft toeleefde toeheeft toegeleefd
wijleven toeleefden toehebben toegeleefd
jullieleven toeleefden toehebben toegeleefd
zij, zeleven toeleefden toehebben toegeleefd

Presens
Beta

Example presens sentences for Toeleven with some of the pronouns.

  • Ik onderwijs de Nederlandse grammatica aan mijn leerlingen.
  • Jij leert Nederlands als tweede taal.
  • Hij/zij leert snel nieuwe woorden.
  • Wij leren over de geschiedenis van Nederland.
  • Jullie leren de Nederlandse cultuur kennen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Toeleven with some of the pronouns.

  • Vroeger leerde ik Frans, maar nu focus ik op het leren van Nederlands.
  • Als kind leerden we Nederlandse liedjes op school.
  • Hij/zij las altijd Nederlandse kranten om de taal beter te begrijpen.
  • Wij oefenden veel met spreken tijdens de Nederlandse les.
  • Jullie studeerden hard om vloeiend Nederlands te worden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Toeleven with some of the pronouns.

  • Ik heb Nederlands geleerd toen ik in Amsterdam woonde.
  • Jij bent naar Nederland gereisd om de taal te leren.
  • Hij/zij heeft veel boeken over de Nederlandse literatuur gelezen.
  • Wij hebben ons aangemeld voor een cursus Nederlands.
  • Jullie hebben goede resultaten behaald in het Nederlands examen.