toeven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | toef | toefde | heb getoefd |
jij, je, u | toeft | toefde | hebt getoefd |
hij, zij, het | toeft | toefde | heeft getoefd |
wij | toeven | toefden | hebben getoefd |
jullie | toeven | toefden | hebben getoefd |
zij, ze | toeven | toefden | hebben getoefd |
PresensBeta
Example presens sentences for Toeven with some of the pronouns.
- Ik toef in de tuin.
- Jij toeft vaak bij het meer.
- Hij/Zij toeft graag in de stad.
- Wij toeven in een gezellig café.
- Jullie toeven op het strand.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toeven with some of the pronouns.
- Vroeger toefde ik op het platteland.
- Als kind toefde jij vaak in het bos.
- Hij/Zij toefde regelmatig in de oude binnenstad.
- Wij toefden afgelopen zomer in de bergen.
- Jullie toefden vroeger altijd bij oma en opa.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toeven with some of the pronouns.
- Ik heb getoefd in een luxe hotel.
- Jij bent lang getoeft op het eiland.
- Hij/Zij is kort getoeft in de bergen.
- Wij hebben heerlijk getoefd in het buitenland.
- Jullie zijn langdurig getoeft aan de kust geweest.