uitdrogen

Conjugations List of Uitdrogen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdroog uitdroogde uitben uitgedroogd
jij, je, udroogt uitdroogde uitbent uitgedroogd
hij, zij, hetdroogt uitdroogde uitis uitgedroogd
wijdrogen uitdroogden uitzijn uitgedroogd
julliedrogen uitdroogden uitzijn uitgedroogd
zij, zedrogen uitdroogden uitzijn uitgedroogd

Presens

Example presens sentences for Uitdrogen with some of the pronouns.

  • Ik droog uit als ik te lang in de zon zit.
  • Zij drogen uit door de warme wind.
  • De planten drogen snel uit zonder water.
  • Jij droogt uit als je niet genoeg drinkt.
  • Wij drogen uit tijdens de hittegolf.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Uitdrogen with some of the pronouns.

  • Ik droogde uit toen ik de hele dag buiten werkte.
  • Zij droogden uit tijdens de hete zomermaanden.
  • De grond droogde uit door gebrek aan regen.
  • Jij droogde uit na het hardlopen in de hitte.
  • Wij droogden uit tijdens onze vakantie in een droge woestijn.

Perfectum

Example perfectum sentences for Uitdrogen with some of the pronouns.

  • Ik ben uitgedroogd na mijn lange wandeling.
  • Zij zijn uitgedroogd tijdens het sporten.
  • De bloemen zijn uitgedroogd omdat ze geen water hebben gekregen.
  • Jij bent uitgedroogd na een dag in de zon.
  • Wij zijn uitgedroogd tijdens onze bergbeklimming.