uitdroppen

Conjugations List of Uitdroppen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdrop uitdropte uitben uitgedropt
jij, je, udropt uitdropte uitbent uitgedropt
hij, zij, hetdropt uitdropte uitis uitgedropt
wijdroppen uitdropten uitzijn uitgedropt
julliedroppen uitdropten uitzijn uitgedropt
zij, zedroppen uitdropten uitzijn uitgedropt

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitdroppen with some of the pronouns.

  • Ik dropp uit mijn pen op papier.
  • Jij dropt uit je tas een boek.
  • Hij/Zij dropt uit de boom een appel.
  • Wij droppen uit de fles water in het glas.
  • Zij droppen uit het vliegtuig met parachutes.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitdroppen with some of the pronouns.

  • Ik dropte uit de doos wat ik niet meer wilde bewaren.
  • Jij dropte uit je tas per ongeluk je sleutels.
  • Hij/Zij dropte uit zijn/haar handen de breekbare vaas.
  • Wij dropten uit de mand appels op de grond.
  • Zij dropten uit de rugzak boeken en schriften.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitdroppen with some of the pronouns.

  • Ik heb uitgedropt wat ik niet meer nodig had.
  • Jij hebt uitgedropt waar je naartoe wilde gaan.
  • Hij/Zij heeft uitgedropt hoe hij/zij zich voelde.
  • Wij hebben uitgedropt wie er zou winnen.
  • Zij hebben uitgedropt wat hun mening was.