uitkiezen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kies uit | koos uit | heb uitgekozen |
jij, je, u | kiest uit | koos uit | hebt uitgekozen |
hij, zij, het | kiest uit | koos uit | heeft uitgekozen |
wij | kiezen uit | kozen uit | hebben uitgekozen |
jullie | kiezen uit | kozen uit | hebben uitgekozen |
zij, ze | kiezen uit | kozen uit | hebben uitgekozen |
PresensBeta
Example presens sentences for Uitkiezen with some of the pronouns.
- Ik kies een boek uit de bibliotheek.
- Zij kiezen hun vakantiebestemming zorgvuldig uit.
- Wij kiezen altijd voor duurzame producten.
- Hij kiest de rode trui uit zijn kast.
- De kinderen kiezen hun favoriete speelgoed uit.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Uitkiezen with some of the pronouns.
- Vroeger koos ik altijd de verkeerde partner uit.
- Toen we jong waren, kozen we altijd voor avontuurlijke reizen uit.
- Hij koos vroeger altijd de grootste taart uit.
- Als kind koos ik vaak voor chocolade-ijs uit.
- We kozen altijd dezelfde film uit bij de videotheek.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Uitkiezen with some of the pronouns.
- Ik heb een cadeau uitgekozen voor mijn vriendin.
- Zij heeft gisteren een nieuwe auto uitgekozen.
- Wij hebben ons huis in het buitenland uitgekozen.
- Hij heeft de beste route uitgekozen voor de wandeling.
- De jury heeft de winnaar uitgekozen van de wedstrijd.