uitmelken

Conjugations List of Uitmelken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmelk uitmolk uitheb uitgemolken
jij, je, umelkt uitmolk uithebt uitgemolken
hij, zij, hetmelkt uitmolk uitheeft uitgemolken
wijmelken uitmolken uithebben uitgemolken
julliemelken uitmolken uithebben uitgemolken
zij, zemelken uitmolken uithebben uitgemolken

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitmelken with some of the pronouns.

  • Ik melk de koe uit.
  • Jij/U melkt de koe uit.
  • Hij/Zij/Het melkt de koe uit.
  • Wij melken de koe uit.
  • Jullie melken de koe uit.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitmelken with some of the pronouns.

  • Ik molk de koe uit.
  • Jij/U molk de koe uit.
  • Hij/Zij/Het molk de koe uit.
  • Wij molken de koe uit.
  • Jullie molken de koe uit.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitmelken with some of the pronouns.

  • Ik heb de koe uitgemolken.
  • Jij/U hebt de koe uitgemolken.
  • Hij/Zij/Het heeft de koe uitgemolken.
  • Wij hebben de koe uitgemolken.
  • Jullie hebben de koe uitgemolken.