uitmeten

Conjugations List of Uitmeten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmeet uitmat uitheb uitgemeten
jij, je, umeet uitmat uithebt uitgemeten
hij, zij, hetmeet uitmat uitheeft uitgemeten
wijmeten uitmaten uithebben uitgemeten
julliemeten uitmaten uithebben uitgemeten
zij, zemeten uitmaten uithebben uitgemeten

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitmeten with some of the pronouns.

  • Ik meet de afstand uit.
  • Jij meet de oppervlakte uit.
  • Hij meet de tijd uit.
  • Zij meet de temperatuur uit.
  • Wij meten de lengte uit.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitmeten with some of the pronouns.

  • Ik mat de afstand uit.
  • Jij mat de oppervlakte uit.
  • Hij mat de tijd uit.
  • Zij mat de temperatuur uit.
  • Wij maten de lengte uit.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitmeten with some of the pronouns.

  • Ik heb de afstand uitgemeten.
  • Jij hebt de oppervlakte uitgemeten.
  • Hij heeft de tijd uitgemeten.
  • Zij heeft de temperatuur uitgemeten.
  • Wij hebben de lengte uitgemeten.