uittesten

Conjugations List of Uittesten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktest uittestte uitheb uitgetest
jij, je, utest uittestte uithebt uitgetest
hij, zij, hettest uittestte uitheeft uitgetest
wijtesten uittestten uithebben uitgetest
jullietesten uittestten uithebben uitgetest
zij, zetesten uittestten uithebben uitgetest

Presens
Beta

Example presens sentences for Uittesten with some of the pronouns.

  • Ik test nu uit hoe goed deze nieuwe software werkt.
  • Jij test regelmatig verschillende apparaten uit.
  • Hij of zij test altijd grondig voordat hij iets aanschaft.
  • We testen de nieuwe formule om de efficiëntie te verbeteren.
  • Jullie testen de theorieën in de praktijk uit.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uittesten with some of the pronouns.

  • Vroeger testte ik graag nieuwe technologieën uit voordat ik ze kocht.
  • Als kind testte jij altijd nieuwe spelletjes uit om te zien welke je leuk vond.
  • In die tijd testte hij of zij vaak prototypes om feedback te geven.
  • We testten de verschillende modellen uit voordat we onze keuze maakten.
  • Jullie testten regelmatig nieuwe smaken uit om te bepalen welke het lekkerst waren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uittesten with some of the pronouns.

  • Ik heb de nieuwe functies van het programma uitgetest.
  • Jij hebt al meerdere mogelijkheden uitgetest en bent tot een conclusie gekomen.
  • Hij of zij heeft het product eerst grondig uitgetest voordat hij het aanbeveelt.
  • We hebben de nieuwe strategie uitgetest en zijn tevreden met de resultaten.
  • Jullie hebben de verschillende opties uitgetest en de beste gekozen.