schaften
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | schaft | schaftte | heb geschaft |
jij, je, u | schaft | schaftte | hebt geschaft |
hij, zij, het | schaft | schaftte | heeft geschaft |
wij | schaften | schaftten | hebben geschaft |
jullie | schaften | schaftten | hebben geschaft |
zij, ze | schaften | schaftten | hebben geschaft |
PresensBeta
Example presens sentences for Schaften with some of the pronouns.
- Ik schaft films voor het weekend.
- Jij schaft altijd koffie aan het begin van de dag.
- Hij schaft nieuwe kleren voor het feest.
- Wij schaffen boeken voor onze studie.
- Zij schaffen cadeautjes voor hun vrienden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Schaften with some of the pronouns.
- Ik schafte films voor het weekend.
- Jij schafte altijd koffie aan het begin van de dag.
- Hij schafte nieuwe kleren voor het feest.
- Wij schaften boeken voor onze studie.
- Zij schaften cadeautjes voor hun vrienden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Schaften with some of the pronouns.
- Ik heb films voor het weekend geschaft.
- Jij hebt altijd koffie aan het begin van de dag geschaft.
- Hij heeft nieuwe kleren voor het feest geschaft.
- Wij hebben boeken voor onze studie geschaft.
- Zij hebben cadeautjes voor hun vrienden geschaft.