uitweiden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | weid uit | weidde uit | heb uitgeweid |
jij, je, u | weidt uit | weidde uit | hebt uitgeweid |
hij, zij, het | weidt uit | weidde uit | heeft uitgeweid |
wij | weiden uit | weidden uit | hebben uitgeweid |
jullie | weiden uit | weidden uit | hebben uitgeweid |
zij, ze | weiden uit | weidden uit | hebben uitgeweid |
PresensBeta
Example presens sentences for Uitweiden with some of the pronouns.
- Ik weid uit over het belang van gezonde voeding.
- Jij weidt uit over je favoriete vakantiebestemming.
- Hij/zij/we weidt/uitweiden uit over de geschiedenis van de stad.
- Wij weiden uit over de invloed van technologie op ons dagelijks leven.
- Jullie weiden uit over de betekenis van kunst in de samenleving.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Uitweiden with some of the pronouns.
- Ik weidde uit over de oorsprong van taal.
- Jij weidde uit over de gevolgen van klimaatverandering.
- Hij/zij/we weidde uit over de rol van educatie in de maatschappij.
- Wij weidden uit over de impact van sociale media.
- Jullie weidden uit over de betekenis van vriendschap.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Uitweiden with some of the pronouns.
- Ik heb uitgeweid over mijn persoonlijke ervaringen.
- Jij hebt uitgeweid over de ontwikkelingen in de wetenschap.
- Hij/zij/we heeft/hebben uitgeweid over de problemen in de politiek.
- Wij hebben uitgeweid over de uitdagingen van duurzaamheid.
- Jullie hebben uitgeweid over de verschillende culturen in de wereld.