uitzwavelen

Conjugations List of Uitzwavelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzwavel uitzwavelde uitheb uitgezwaveld
jij, je, uzwavelt uitzwavelde uithebt uitgezwaveld
hij, zij, hetzwavelt uitzwavelde uitheeft uitgezwaveld
wijzwavelen uitzwavelden uithebben uitgezwaveld
julliezwavelen uitzwavelden uithebben uitgezwaveld
zij, zezwavelen uitzwavelden uithebben uitgezwaveld

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitzwavelen with some of the pronouns.

  • Ik zwavel uit in de fabriek.
  • Jij zwavelt uit op het platteland.
  • Hij/Zij/Het zwavelt uit bij de chemische installatie.
  • Wij zwavelen uit voor het milieu.
  • Jullie zwavelen uit met vuurwerk.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitzwavelen with some of the pronouns.

  • Ik zwavelde uit in de fabriek.
  • Jij zwavelde uit op het platteland.
  • Hij/Zij/Het zwavelde uit bij de chemische installatie.
  • Wij zwavelden uit voor het milieu.
  • Jullie zwavelden uit met vuurwerk.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitzwavelen with some of the pronouns.

  • Ik heb uitgezwaveld in de fabriek.
  • Jij hebt uitgezwaveld op het platteland.
  • Hij/Zij/Het heeft uitgezwaveld bij de chemische installatie.
  • Wij hebben uitgezwaveld voor het milieu.
  • Jullie hebben uitgezwaveld met vuurwerk.