valoriseren

Conjugations List of Valoriseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvaloriseervaloriseerdeheb gevaloriseerd
jij, je, uvaloriseertvaloriseerdehebt gevaloriseerd
hij, zij, hetvaloriseertvaloriseerdeheeft gevaloriseerd
wijvaloriserenvaloriseerdenhebben gevaloriseerd
jullievaloriserenvaloriseerdenhebben gevaloriseerd
zij, zevaloriserenvaloriseerdenhebben gevaloriseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Valoriseren with some of the pronouns.

  • Ik valoriseer de inzet van mijn studenten.
  • Jij valoriseert je eigen talenten.
  • Hij/zij valoriseert de resultaten van het onderzoek.
  • Wij valoriseren de diversiteit in onze samenleving.
  • Zij valoriseren de waarde van kunst en cultuur.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Valoriseren with some of the pronouns.

  • Ik valoriseerde altijd de inzet van mijn studenten.
  • Jij valoriseerde je eigen prestaties vroeger meer.
  • Hij/zij valoriseerde de kwaliteiten van zijn/haar medewerkers.
  • Wij valoriseerden de bijdrage van onze vrijwilligers.
  • Zij valoriseerden de inspanningen van het team tijdens de wedstrijd.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Valoriseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de inspanningen van mijn leerlingen gewaardeerd.
  • Jij hebt je vaardigheden gevaloriseerd.
  • Hij/zij heeft de prestaties erkend.
  • Wij hebben de betekenis van dit project benadrukt.
  • Zij hebben de positieve aspecten van deze situatie belicht.