verankeren

Conjugations List of Verankeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverankerverankerdeheb verankerd
jij, je, uverankertverankerdehebt verankerd
hij, zij, hetverankertverankerdeheeft verankerd
wijverankerenverankerdenhebben verankerd
jullieverankerenverankerdenhebben verankerd
zij, zeverankerenverankerdenhebben verankerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Verankeren with some of the pronouns.

  • Ik veranker mijn boot in de haven.
  • Jij verankert de tent stevig in de grond.
  • Hij verankert de constructie met stalen bouten.
  • Wij verankeren de paal diep in de bodem.
  • Zij verankeren het schip aan de kade.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verankeren with some of the pronouns.

  • Vroeger verankerde ik mijn boot in de haven.
  • Jij verankerde de tent altijd stevig in de grond.
  • Hij verankerde de constructie vaak met stalen bouten.
  • Wij verankerden de paal diep in de bodem.
  • Zij verankerden het schip regelmatig aan de kade.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verankeren with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn boot in de haven verankerd.
  • Jij hebt de tent stevig in de grond verankerd.
  • Hij heeft de constructie met stalen bouten verankerd.
  • Wij hebben de paal diep in de bodem verankerd.
  • Zij hebben het schip aan de kade verankerd.