verbronzen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verbrons | verbronsde | heb verbronsd |
jij, je, u | verbronst | verbronsde | hebt verbronsd |
hij, zij, het | verbronst | verbronsde | heeft verbronsd |
wij | verbronzen | verbronsden | hebben verbronsd |
jullie | verbronzen | verbronsden | hebben verbronsd |
zij, ze | verbronzen | verbronsden | hebben verbronsd |
PresensBeta
Example presens sentences for Verbronzen with some of the pronouns.
- Ik brons ver
- Jij brons t ver
- Hij/Zij/Het brons t ver
- Wij bronzen ver
- Jullie bronzen ver
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verbronzen with some of the pronouns.
- Ik bronsde ver
- Jij bronsde ver
- Hij/Zij/Het bronsde ver
- Wij bronsten ver
- Jullie bronsten ver
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verbronzen with some of the pronouns.
- Ik heb verbronsd
- Jij hebt verbronsd
- Hij/Zij/Het heeft verbronsd
- Wij hebben verbronsd
- Jullie hebben verbronsd