verdopen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verdoop | verdoopte | heb verdoopt |
jij, je, u | verdoopt | verdoopte | hebt verdoopt |
hij, zij, het | verdoopt | verdoopte | heeft verdoopt |
wij | verdopen | verdoopten | hebben verdoopt |
jullie | verdopen | verdoopten | hebben verdoopt |
zij, ze | verdopen | verdoopten | hebben verdoopt |
PresensBeta
Example presens sentences for Verdopen with some of the pronouns.
- Ik doop.
- Jij doopt.
- Hij/Zij/Het doopt.
- Wij dopen.
- Jullie dopen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verdopen with some of the pronouns.
- Ik doopte.
- Jij doopte.
- Hij/Zij/Het doopte.
- Wij doopten.
- Jullie doopten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verdopen with some of the pronouns.
- Ik heb gedoopt.
- Jij hebt gedoopt.
- Hij/Zij/Het heeft gedoopt.
- Wij hebben gedoopt.
- Jullie hebben gedoopt.