vergaan
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verga | verging | ben vergaan |
jij, je, u | vergaat | verging | bent vergaan |
hij, zij, het | vergaat | verging | is vergaan |
wij | vergaan | vergingen | zijn vergaan |
jullie | vergaan | vergingen | zijn vergaan |
zij, ze | vergaan | vergingen | zijn vergaan |
PresensBeta
Example presens sentences for Vergaan with some of the pronouns.
- De tijd vergaat snel.
- Ik verga niet van de honger.
- Het nieuws vergaat snel in deze digitale wereld.
- Mijn interesse in dat onderwerp vergaat nooit.
- De bloemen vergaan langzaam in de vaas.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vergaan with some of the pronouns.
- Vroeger verging ik van de zenuwen voor presentaties.
- Als kind verging ik van de angst in het donker.
- Tijdens de storm vergingen de bomen in het bos.
- Toen ik het nieuws hoorde, verging mijn hoop op een betere toekomst.
- De oude stad verging langzaam tot ruïnes.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vergaan with some of the pronouns.
- Ik ben vergaan van de pijn.
- Hij is vergaan door een vreselijke ziekte.
- Wij zijn vergaan naar het concert gisteravond.
- De oude boeken zijn vergaan door de tand des tijds.
- De herinnering aan dat moment is vergaan in de mist van de tijd.