verhakstukken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verhakstuk | verhakstukte | heb verhakstukt |
jij, je, u | verhakstukt | verhakstukte | hebt verhakstukt |
hij, zij, het | verhakstukt | verhakstukte | heeft verhakstukt |
wij | verhakstukken | verhakstukten | hebben verhakstukt |
jullie | verhakstukken | verhakstukten | hebben verhakstukt |
zij, ze | verhakstukken | verhakstukten | hebben verhakstukt |
Presens
Example presens sentences for Verhakstukken with some of the pronouns.
- Ik verhakstuk m'n oude kleren om er iets nieuws van te maken.
- Jij verhakstukt de problemen altijd tot ze onoplosbaar lijken.
- Hij verhakstukt elk recept dat hij probeert te volgen.
- Wij verhakstukken onze tijd door constant op onze telefoons te zitten.
- Zij verhakstukken de presentatie door hun gebrek aan voorbereiding.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Verhakstukken with some of the pronouns.
- Toen ik jong was, verhakstukte ik altijd mijn moeders breiwerk.
- Vroeger verhakstukte jij elke situatie door impulsieve beslissingen te nemen.
- Hij verhakstukte regelmatig zijn huiswerk door het uit te stellen tot het laatste moment.
- In die tijd verhakstukten wij vaak onze weekendplannen door op het laatste moment te veranderen.
- Als kinderen verhakstukten zij vaak hun speelgoed door er te ruw mee om te gaan.
Perfectum
Example perfectum sentences for Verhakstukken with some of the pronouns.
- Ik heb mijn project verhakstukt, maar gelukkig kon ik het nog op tijd repareren.
- Jij hebt de geheime formule volledig verhakstukt en niemand kan het nu reproduceren.
- Hij heeft zijn relatie met zijn jaloezie verhakstukt.
- Wij hebben het hele plan verhakstukt door een cruciale fout over het hoofd te zien.
- Zij hebben de kans op succes verhakstukt door niet naar elkaar te luisteren.