verkonkelen

Conjugations List of Verkonkelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverkonkelverkonkeldeheb verkonkeld
jij, je, uverkonkeltverkonkeldehebt verkonkeld
hij, zij, hetverkonkeltverkonkeldeheeft verkonkeld
wijverkonkelenverkonkeldenhebben verkonkeld
jullieverkonkelenverkonkeldenhebben verkonkeld
zij, zeverkonkelenverkonkeldenhebben verkonkeld

Presens

Example presens sentences for Verkonkelen with some of the pronouns.

  • Ik verkonkel
  • Jij verkunkelt
  • Hij/Zij verkunkelt
  • Wij verkunkelen
  • Jullie verkunkelen

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Verkonkelen with some of the pronouns.

  • Ik verkonkelde
  • Jij verkonkelde
  • Hij/Zij verkonkelde
  • Wij verkonkelden
  • Jullie verkonkelden

Perfectum

Example perfectum sentences for Verkonkelen with some of the pronouns.

  • Ik heb verkunkeld
  • Jij hebt verkunkeld
  • Hij/Zij heeft verkunkeld
  • Wij hebben verkunkeld
  • Jullie hebben verkunkeld