verlammen

Conjugations List of Verlammen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverlamverlamdeheb verlamd
jij, je, uverlamtverlamdehebt verlamd
hij, zij, hetverlamtverlamdeheeft verlamd
wijverlammenverlamdenhebben verlamd
jullieverlammenverlamdenhebben verlamd
zij, zeverlammenverlamdenhebben verlamd

Presens
Beta

Example presens sentences for Verlammen with some of the pronouns.

  • De angst verlamt hem tijdens een presentatie.
  • Ik verlam de vijand met mijn blik.
  • De ziekte verlamt haar spieren langzaam.
  • De kou verlamt mijn handen.
  • Angst verlamt vaak onze mogelijkheden.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verlammen with some of the pronouns.

  • Hij werd verlamd door een rugblessure.
  • De patiënt werd verlamd na een auto-ongeluk.
  • De politieagent werd verlamd door de schok van de aanval.
  • Het hele land was verlamd door de stroomstoring.
  • Ze werden verlamd door de onverwachte tegenslag.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verlammen with some of the pronouns.

  • Ik heb hem verlamd met mijn woorden.
  • Hij heeft zijn been verlamd bij het sporten.
  • De dokter heeft de patiënt verlamd voor de operatie.
  • We hebben de dief verlamd met een taser.
  • Ze hebben haar stembanden verlamd om te voorkomen dat ze spreekt.