verroesten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verroest | verroestte | ben verroest |
jij, je, u | verroest | verroestte | bent verroest |
hij, zij, het | verroest | verroestte | is verroest |
wij | verroesten | verroestten | zijn verroest |
jullie | verroesten | verroestten | zijn verroest |
zij, ze | verroesten | verroestten | zijn verroest |
PresensBeta
Example presens sentences for Verroesten with some of the pronouns.
- De metalen leuning verroest snel in het vochtige klimaat.
- Ik verroest regelmatig mijn gereedschap als ik het niet goed schoonmaak.
- Hij verroest zijn fiets altijd buiten en vergeet hem te onderhouden.
- Wij verroesten de oude ijzeren stoelen voor een vintage uitstraling.
- Jullie verroesten het metaal met een speciale roestwerende coating.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verroesten with some of the pronouns.
- Vroeger verroestte ik altijd mijn fiets doordat ik hem buiten liet staan.
- Toen we het oude schip vonden, waren de kettingen zwaar verroest.
- Als kind verroestten we vaak spijkers en maakten er kunstwerken van.
- Tijdens de lange wintermaanden verroestten de gereedschappen in de schuur.
- Elke keer dat het regende, verroestten de metalen tuinmeubelen een beetje meer.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verroesten with some of the pronouns.
- Ik heb mijn oude fiets verroest.
- Hij heeft de sleutels per ongeluk in het gras laten liggen en ze zijn verroest.
- Wij hebben de metalen ornamenten in de tuin verroest voor een verweerde look.
- Jullie hebben de metalen constructie verroest om corrosie te voorkomen.
- De vuile pannen zijn verroest na langdurig gebruik en geen onderhoud.