vertoeven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vertoef | vertoefde | heb vertoefd |
jij, je, u | vertoeft | vertoefde | hebt vertoefd |
hij, zij, het | vertoeft | vertoefde | heeft vertoefd |
wij | vertoeven | vertoefden | hebben vertoefd |
jullie | vertoeven | vertoefden | hebben vertoefd |
zij, ze | vertoeven | vertoefden | hebben vertoefd |
PresensBeta
Example presens sentences for Vertoeven with some of the pronouns.
- Ik vertoef regelmatig in het park om te ontspannen.
- Jij vertoeft graag op het strand tijdens de zomermaanden.
- Hij vertoeft vaak in het buitenland voor zakenreizen.
- Zij vertoeven momenteel in een luxueus vakantiehuisje.
- Wij vertoeven graag in de natuur om tot rust te komen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vertoeven with some of the pronouns.
- Toen ik jong was, vertoefde ik vaak bij mijn grootouders.
- Vroeger vertoefde jij veel in een klein dorpje in de bergen.
- Hij vertoefde lange tijd in het buitenland vanwege zijn studie.
- Zij vertoefden vroeger regelmatig op de boerderij van hun ouders.
- Wij vertoefden als kinderen vaak in het plaatselijke zwembad.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vertoeven with some of the pronouns.
- Ik heb vorige week enkele dagen in een mooi hotel vertoefd.
- Jij bent tijdens je vakantie in Spanje veelvuldig vertoeft aan de kust.
- Hij heeft de afgelopen maand in verschillende landen vertoefd.
- Zij zijn onlangs voor werk in Japan vertoefd.
- Wij hebben de hele zomer in ons zomerhuisje vertoefd.