vlieden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vlied | vlood | ben gevloden |
jij, je, u | vliedt | vlood | bent gevloden |
hij, zij, het | vliedt | vlood | is gevloden |
wij | vlieden | vloden | zijn gevloden |
jullie | vlieden | vloden | zijn gevloden |
zij, ze | vlieden | vloden | zijn gevloden |
PresensBeta
Example presens sentences for Vlieden with some of the pronouns.
- Ik vlied naar het park om te genieten van de natuur.
- Jij vliedt altijd weg als er problemen zijn.
- Hij vliedt snel vooruit op zijn skateboard.
- Wij vlieden naar het strand om te zwemmen.
- Zij vlieden samen door het bos op zoek naar avontuur.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vlieden with some of the pronouns.
- Ik vlood weg voor de enge geluiden.
- Jij vlood altijd naar je kamer als je boos was.
- Hij vlood weg van het gevecht.
- Wij vlooden toen we de sirenes hoorden.
- Zij vloodden angstig weg bij het zien van de spin.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vlieden with some of the pronouns.
- Ik ben gevloden nadat ik het gevaar zag.
- Jij bent al gevloden voordat de storm begon.
- Hij is weggevlogen toen hij de politie zag.
- Wij zijn gevloden uit het brandende gebouw.
- Zij zijn eerder gevloden dan wij.