voordoen

Conjugations List of Voordoen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdoe voordeed voorheb voorgedaan
jij, je, udoet voordeed voorhebt voorgedaan
hij, zij, hetdoet voordeed voorheeft voorgedaan
wijdoen voordeden voorhebben voorgedaan
julliedoen voordeden voorhebben voorgedaan
zij, zedoen voordeden voorhebben voorgedaan

Presens
Beta

Example presens sentences for Voordoen with some of the pronouns.

  • Ik doe meerdere keren per dag voor hoe je een opdracht moet uitvoeren.
  • Hij doet altijd alsof hij alles beter weet.
  • Zij doet vaak voor hoe je een cake moet bakken.
  • We doen regelmatig een demonstratie over veiligheid op de werkplek.
  • Jullie doen je best om de juiste techniek voor te doen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voordoen with some of the pronouns.

  • Vroeger deed ik vaak voor hoe je een origami vogel moest vouwen.
  • Hij deed altijd voor hoe je een instrument moet bespelen.
  • Zij deed vorig jaar voor hoe je een huis moet bouwen.
  • We deden elke week voor hoe je een gerecht moet bereiden.
  • Jullie deden regelmatig voor hoe je een standbeeld kunt boetseren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voordoen with some of the pronouns.

  • Ik heb gisteren voorgedaan hoe je een knoop moet leggen.
  • Hij heeft al vaker laten zien hoe je een presentatie moet geven.
  • Zij heeft het al een paar keer voorgedaan hoe je een sjaal kunt breien.
  • We hebben onlangs voorgedaan hoe je een band kunt verwisselen.
  • Jullie hebben al verschillende keren voorgedaan hoe je een script moet schrijven.