vooroverbuigen

Conjugations List of Vooroverbuigen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbuig vooroverboog vooroverheb voorovergebogen
jij, je, ubuigt vooroverboog vooroverhebt voorovergebogen
hij, zij, hetbuigt vooroverboog vooroverheeft voorovergebogen
wijbuigen vooroverbogen vooroverhebben voorovergebogen
julliebuigen vooroverbogen vooroverhebben voorovergebogen
zij, zebuigen vooroverbogen vooroverhebben voorovergebogen

Presens
Beta

Example presens sentences for Vooroverbuigen with some of the pronouns.

  • Ik buig voorover om mijn schoenveters vast te maken.
  • Hij buigt voorover om het boek van de grond op te rapen.
  • Zij buigen voorover tijdens de yogales om hun flexibiliteit te verbeteren.
  • We buigen voorover om de bloemen in de tuin water te geven.
  • Jullie buigen voorover om de sleutels onder de bank vandaan te halen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vooroverbuigen with some of the pronouns.

  • Ik boog voorover om beter naar het schilderij te kunnen kijken.
  • Hij boog voorover om de kat te aaien.
  • Zij bogen voorover om de bal onder de bank vandaan te halen.
  • We bogen voorover om de instructies duidelijk te horen.
  • Jullie bogen voorover om de bloemen te ruiken.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vooroverbuigen with some of the pronouns.

  • Ik ben voorovergebogen om iets van de plank te pakken.
  • Hij is voorovergebogen om de kaars aan te steken.
  • Zij zijn voorovergebogen geweest tijdens de hele ceremonie.
  • We zijn voorovergebogen om de hond te aaien.
  • Jullie zijn voorovergebogen om de foto goed te bekijken.