voortbrengen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | breng voort | bracht voort | heb voortgebracht |
jij, je, u | brengt voort | bracht voort | hebt voortgebracht |
hij, zij, het | brengt voort | bracht voort | heeft voortgebracht |
wij | brengen voort | brachten voort | hebben voortgebracht |
jullie | brengen voort | brachten voort | hebben voortgebracht |
zij, ze | brengen voort | brachten voort | hebben voortgebracht |
Presens
Example presens sentences for Voortbrengen with some of the pronouns.
- De boer brengt melk voort uit zijn koeien.
- De fabriek brengt elektronische apparaten voort.
- De bloemist brengt prachtige boeketten voort.
- De kunstenaar brengt unieke schilderijen voort.
- De zangeres brengt haar nieuwe album voort.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Voortbrengen with some of the pronouns.
- De boer bracht melk voort uit zijn koeien.
- De fabriek bracht elektronische apparaten voort.
- De bloemist bracht prachtige boeketten voort.
- De kunstenaar bracht unieke schilderijen voort.
- De zangeres bracht haar nieuwe album voort.
Perfectum
Example perfectum sentences for Voortbrengen with some of the pronouns.
- De boer heeft melk voortgebracht uit zijn koeien.
- De fabriek heeft elektronische apparaten voortgebracht.
- De bloemist heeft prachtige boeketten voortgebracht.
- De kunstenaar heeft unieke schilderijen voortgebracht.
- De zangeres heeft haar nieuwe album voortgebracht.