voortsleuren

Conjugations List of Voortsleuren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksleur voortsleurde voortheb voortgesleurd
jij, je, usleurt voortsleurde voorthebt voortgesleurd
hij, zij, hetsleurt voortsleurde voortheeft voortgesleurd
wijsleuren voortsleurden voorthebben voortgesleurd
julliesleuren voortsleurden voorthebben voortgesleurd
zij, zesleuren voortsleurden voorthebben voortgesleurd

Presens
Beta

Example presens sentences for Voortsleuren with some of the pronouns.

  • Ik voortsleur.
  • Jij voortsleept.
  • Hij/Zij voortsleept.
  • Wij voortsleuren.
  • Zij voortslepen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voortsleuren with some of the pronouns.

  • Ik voortsleepte.
  • Jij voortsleepte.
  • Hij/Zij voortsleepte.
  • Wij voortsleepten.
  • Zij voortsleepten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voortsleuren with some of the pronouns.

  • Ik heb voortgesleept.
  • Jij hebt voortgesleept.
  • Hij/Zij heeft voortgesleept.
  • Wij hebben voortgesleept.
  • Zij hebben voortgesleept.