voortsudderen

Conjugations List of Voortsudderen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksudder voortsudderde voortheb voortgesudderd
jij, je, usuddert voortsudderde voorthebt voortgesudderd
hij, zij, hetsuddert voortsudderde voortheeft voortgesudderd
wijsudderen voortsudderden voorthebben voortgesudderd
julliesudderen voortsudderden voorthebben voortgesudderd
zij, zesudderen voortsudderden voorthebben voortgesudderd

Presens
Beta

Example presens sentences for Voortsudderen with some of the pronouns.

  • Het gerecht voortsuddert op het fornuis.
  • De kwestie voortsuddert nog steeds in de politiek.
  • De discussie voortsuddert in de media.
  • Het conflict voortsuddert tussen de twee partijen.
  • De spanning voortsuddert in de groep.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voortsudderen with some of the pronouns.

  • Het probleem voortsudderde al enige tijd.
  • De ruzie voortsudderde gedurende de hele vakantie.
  • De twijfel voortsudderde in haar gedachten.
  • De zorgen voortsudderden terwijl ze op reis waren.
  • De pijn voortsudderde in zijn lichaam.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voortsudderen with some of the pronouns.

  • De soep heeft een uur lang voortgesudderd.
  • De situatie is maandenlang voortgesudderd.
  • Ik heb al die tijd voortgesudderd met mijn gezondheidsproblemen.
  • Ze hebben jarenlang voortgesudderd over dat onderwerp.
  • We zijn wekenlang voortgesudderd met onze plannen.