wedervaren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | wedervaar | wedervoer | ben wedervaren |
jij, je, u | wedervaart | wedervoer | bent wedervaren |
hij, zij, het | wedervaart | wedervoer | is wedervaren |
wij | wedervaren | wedervoeren | zijn wedervaren |
jullie | wedervaren | wedervoeren | zijn wedervaren |
zij, ze | wedervaren | wedervoeren | zijn wedervaren |
PresensBeta
Example presens sentences for Wedervaren with some of the pronouns.
- Ik wedervaar nieuwe dingen elke dag.
- Jij wedervaart moeilijkheden in je werk.
- Hij/Zij wedervaart veel stress tijdens de examens.
- Wij wedervaren vreugde bij het zien van onze vrienden.
- Jullie wedervaren grote veranderingen in jullie leven.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wedervaren with some of the pronouns.
- Vroeger wedervoer ik altijd avonturen tijdens mijn vakanties.
- Toen ik jong was, wedervoerde ik vaak tegenslagen.
- Hij/Zij wedervoer intense emoties na het nieuws.
- Wij wedervoeren een warme sfeer tijdens het familiediner.
- Jullie wedervoeren conflicten in jullie relatie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wedervaren with some of the pronouns.
- Ik heb wedervaren gehad in mijn carrière.
- Jij hebt al eerder moeilijke situaties wedervaren.
- Hij/Zij heeft mooie momenten wedervaren tijdens de reis.
- Wij hebben verdrietige ervaringen wedervaren in het verleden.
- Jullie hebben succesvolle projecten wedervaren in jullie loopbaan.