wegmoffelen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | moffel weg | moffelde weg | heb weggemoffeld |
jij, je, u | moffelt weg | moffelde weg | hebt weggemoffeld |
hij, zij, het | moffelt weg | moffelde weg | heeft weggemoffeld |
wij | moffelen weg | moffelden weg | hebben weggemoffeld |
jullie | moffelen weg | moffelden weg | hebben weggemoffeld |
zij, ze | moffelen weg | moffelden weg | hebben weggemoffeld |
PresensBeta
Example presens sentences for Wegmoffelen with some of the pronouns.
- Ik moffel de sleutels weg in mijn tas.
- Jij moffelt de waarheid weg voor je ouders.
- Hij moffelt zijn fouten weg en geeft anderen de schuld.
- Wij moffelen de lege verpakkingen weg in de prullenbak.
- Zij moffelen hun problemen weg en doen alsof alles goed gaat.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wegmoffelen with some of the pronouns.
- Ik moffelde de waardevolle spullen weg in de kluis.
- Jij moffelde altijd je emoties weg en liet niets merken.
- Hij moffelde de belangrijke informatie weg om zichzelf te beschermen.
- Wij moffelden de rommel weg voordat onze gasten arriveerden.
- Zij moffelden hun spijt weg en deden alsof ze niets verkeerds hadden gedaan.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wegmoffelen with some of the pronouns.
- Ik heb de documenten weggemoffeld in het archief.
- Jij hebt de snoepjes weggemoffeld voordat ik ze kon zien.
- Hij heeft zijn gevoelens weggemoffeld en doet alsof er niets aan de hand is.
- Wij hebben de sporen van ons bezoek weggemoffeld.
- Zij hebben de gestolen goederen weggemoffeld in de kelder.