zandschilderen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | zandschilder | zandschilderde | heb gezandschilderd |
jij, je, u | zandschildert | zandschilderde | hebt gezandschilderd |
hij, zij, het | zandschildert | zandschilderde | heeft gezandschilderd |
wij | zandschilderen | zandschilderden | hebben gezandschilderd |
jullie | zandschilderen | zandschilderden | hebben gezandschilderd |
zij, ze | zandschilderen | zandschilderden | hebben gezandschilderd |
PresensBeta
Example presens sentences for Zandschilderen with some of the pronouns.
- Ik zandschilder op het strand.
- Jij zandschildert graag landschappen.
- Hij/Zij zandschildert met veel precisie.
- Wij zandschilderen als hobby.
- Jullie zandschilderen tijdens de vakantie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Zandschilderen with some of the pronouns.
- Ik zandschilderde vroeger op het strand.
- Jij zandschilderde graag landschappen.
- Hij/Zij zandschilderde met veel precisie.
- Wij zandschilderden als hobby.
- Jullie zandschilderden tijdens de vakantie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Zandschilderen with some of the pronouns.
- Ik heb gezandschilderd op het strand.
- Jij hebt graag landschappen gezandschilderd.
- Hij/Zij heeft met veel precisie gezandschilderd.
- Wij hebben als hobby gezandschilderd.
- Jullie hebben tijdens de vakantie gezandschilderd.