zwierbollen

Conjugations List of Zwierbollen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzwierbolzwierboldeheb gezwierbold
jij, je, uzwierboltzwierboldehebt gezwierbold
hij, zij, hetzwierboltzwierboldeheeft gezwierbold
wijzwierbollenzwierboldenhebben gezwierbold
julliezwierbollenzwierboldenhebben gezwierbold
zij, zezwierbollenzwierboldenhebben gezwierbold

Presens
Beta

Example presens sentences for Zwierbollen with some of the pronouns.

  • Ik zwierbol door het park.
  • Jij zwierbolt graag op de kermis.
  • Hij/Zij/Het zwierbolt met enthousiasme.
  • Wij zwierbollen samen tijdens het weekend.
  • Jullie zwierbollen vaak in de zomer.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Zwierbollen with some of the pronouns.

  • Vroeger zwierbolde ik langs de rivier.
  • Toen ik jong was, zwierboltje ik in het park.
  • Hij/Zij/Het zwierbolde door de straten van de stad.
  • Wij zwierbolden tijdens de vakantieperiode.
  • Jullie zwierbolden samen op het strand.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Zwierbollen with some of the pronouns.

  • Ik heb gezwierbold op het festival.
  • Jij bent naar de speeltuin gezwierbold.
  • Hij/Zij/Het heeft vrolijk gezwierbold.
  • Wij zijn naar de dierentuin gezwierbold.
  • Jullie hebben veel plezier gezwierbold.