beduimen

Conjugations List of Beduimen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbeduimbeduimdeheb beduimd
jij, je, ubeduimtbeduimdehebt beduimd
hij, zij, hetbeduimtbeduimdeheeft beduimd
wijbeduimenbeduimdenhebben beduimd
julliebeduimenbeduimdenhebben beduimd
zij, zebeduimenbeduimdenhebben beduimd

Presens
Beta

Example presens sentences for Beduimen with some of the pronouns.

  • Ik beduim
  • Jij beduimt
  • Hij/Zij/Het beduimt
  • Wij beduimen
  • Jullie beduimen
  • Zij beduimen

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Beduimen with some of the pronouns.

  • Ik beduimde
  • Jij beduimde
  • Hij/Zij/Het beduimde
  • Wij beduimden
  • Jullie beduimden
  • Zij beduimden

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Beduimen with some of the pronouns.

  • Ik heb beduimd
  • Jij hebt beduimd
  • Hij/Zij/Het heeft beduimd
  • Wij hebben beduimd
  • Jullie hebben beduimd
  • Zij hebben beduimd