bekijven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bekijf | bekeef | heb bekeven |
jij, je, u | bekijft | bekeef | hebt bekeven |
hij, zij, het | bekijft | bekeef | heeft bekeven |
wij | bekijven | bekeven | hebben bekeven |
jullie | bekijven | bekeven | hebben bekeven |
zij, ze | bekijven | bekeven | hebben bekeven |
Presens
Example presens sentences for Bekijven with some of the pronouns.
- Ik bekijf mijn collega omdat hij altijd te laat komt.
- Jij bekijft je buurman vanwege de overlast.
- Hij bekijft zijn vriendin omdat ze hem heeft bedrogen.
- Wij bekijven onze leraar vanwege zijn onrechtvaardige beoordelingen.
- Zij bekijven hun ouders omdat ze hen niet begrijpen.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Bekijven with some of the pronouns.
- Ik bekijfde mijn collega omdat hij altijd te laat kwam.
- Jij bekijfde je buurman vanwege de overlast.
- Hij bekijfde zijn vriendin omdat ze hem had bedrogen.
- Wij bekijfden onze leraar vanwege zijn onrechtvaardige beoordelingen.
- Zij bekijfden hun ouders omdat ze hen niet begrepen.
Perfectum
Example perfectum sentences for Bekijven with some of the pronouns.
- Ik heb mijn collega bekijfd omdat hij altijd te laat kwam.
- Jij hebt je buurman bekijfd vanwege de overlast.
- Hij heeft zijn vriendin bekijfd omdat ze hem heeft bedrogen.
- Wij hebben onze leraar bekijfd vanwege zijn onrechtvaardige beoordelingen.
- Zij hebben hun ouders bekijfd omdat ze hen niet begrepen.