beklagen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | beklaag | beklaagde | heb beklaagd |
jij, je, u | beklaagt | beklaagde | hebt beklaagd |
hij, zij, het | beklaagt | beklaagde | heeft beklaagd |
wij | beklagen | beklaagden | hebben beklaagd |
jullie | beklagen | beklaagden | hebben beklaagd |
zij, ze | beklagen | beklaagden | hebben beklaagd |
PresensBeta
Example presens sentences for Beklagen with some of the pronouns.
- Ik klaag mij over het slechte weer.
- Jij beklaagt je over de hoge prijzen.
- Hij/zij beklaagt zich over de luidruchtige buren.
- Wij klagen ons bij de manager.
- Jullie beklagen je over het gebrek aan parkeerplaatsen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Beklagen with some of the pronouns.
- Ik beklaagde mij elke dag over mijn baan.
- Jij beklaagde je vaak over het gebrek aan kansen.
- Hij/zij beklaagde zich regelmatig over de lange reistijd.
- Wij beklaagden ons over de slechte communicatie.
- Jullie beklaagden je over de oncomfortabele stoelen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Beklagen with some of the pronouns.
- Ik heb mij beklaagd bij de klantenservice.
- Jij hebt je beklaagd over de trage service.
- Hij/zij heeft zich beklaagd bij de directeur.
- Wij hebben ons beklaagd over de onjuiste factuur.
- Jullie hebben je beklaagd over de verkeerde bestelling.