bloten
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | bloot | blootte | heb gebloot |
| jij, je, u | bloot | blootte | hebt gebloot |
| hij, zij, het | bloot | blootte | heeft gebloot |
| wij | bloten | blootten | hebben gebloot |
| jullie | bloten | blootten | hebben gebloot |
| zij, ze | bloten | blootten | hebben gebloot |
PresensBeta
Example presens sentences for Bloten with some of the pronouns.
- Ik bloot regelmatig mijn ideeën tijdens de vergaderingen.
- Jij bloot je gevoelens altijd heel openlijk.
- Hij/zij bloot zijn/haar ware aard tijdens het spel.
- Wij blooten onze zorgen over het klimaat.
- Jullie blooten jullie plannen voor de toekomst.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bloten with some of the pronouns.
- Vroeger blootte ik altijd mijn onzekerheden in het openbaar.
- Toen ik jonger was, blootte jij je emoties niet zo gemakkelijk.
- Hij/zij blootte vaak zijn/haar kwetsbaarheid aan anderen.
- Wij blootten regelmatig onze frustraties tijdens discussies.
- Jullie blootten soms jullie diepste verlangens aan elkaar.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bloten with some of the pronouns.
- Ik heb mijn twijfels blootgelegd tijdens het gesprek.
- Jij hebt je ware zelf blootgegeven aan de wereld.
- Hij/zij heeft haar geheimen nooit blootgesteld.
- Wij hebben onze fouten blootgelegd en ervan geleerd.
- Jullie hebben je angsten blootgelegd en overwonnen.