bodybuilden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bodybuild | bodybuildde | heb gebodybuild |
jij, je, u | bodybuildt | bodybuildde | hebt gebodybuild |
hij, zij, het | bodybuildt | bodybuildde | heeft gebodybuild |
wij | bodybuilden | bodybuildden | hebben gebodybuild |
jullie | bodybuilden | bodybuildden | hebben gebodybuild |
zij, ze | bodybuilden | bodybuildden | hebben gebodybuild |
PresensBeta
Example presens sentences for Bodybuilden with some of the pronouns.
- Ik bodybuild regelmatig in de sportschool.
- Jij bodybuildt ook, toch?
- Hij bodybuildt om sterker te worden.
- Zij bodybuilden samen als een team.
- We bodybuilden al jarenlang met veel plezier.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bodybuilden with some of the pronouns.
- Vroeger bodybuildde ik elke dag.
- Toen ik jonger was, bodybuildde ik intensief.
- Hij bodybuildde al vanaf zijn tienerjaren.
- Zij bodybuildden samen in dezelfde sportschool.
- We bodybuildden altijd op zaterdagochtend.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bodybuilden with some of the pronouns.
- Ik heb vorige week bodybuildtraining gevolgd.
- Jij hebt al vele prijzen gewonnen met bodybuilden.
- Hij heeft zijn spieren goed ontwikkeld door te bodybuilden.
- Zij hebben hard getraind voordat ze aan de bodybuildcompetitie deelnamen.
- We hebben ons lichaam opgebouwd door regelmatig te bodybuilden.