browsen

Conjugations List of Browsen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbrowsebrowsete;browsedeheb gebrowset;heb gebrowsed
jij, je, ubrowsetbrowsete;browsedehebt gebrowset;hebt gebrowsed
hij, zij, hetbrowsetbrowsete;browsedeheeft gebrowset;heeft gebrowsed
wijbrowsenbrowseten;browsedenhebben gebrowset;hebben gebrowsed
julliebrowsenbrowseten;browsedenhebben gebrowset;hebben gebrowsed
zij, zebrowsenbrowseten;browsedenhebben gebrowset;hebben gebrowsed

Presens
Beta

Example presens sentences for Browsen with some of the pronouns.

  • Ik browse elke dag op het internet.
  • Jij browst vaak online naar nieuwe kleding.
  • Hij/zij/het browsed door de nieuwste nieuwsartikelen.
  • Wij browsen samen op social media.
  • Jullie browsen graag op verschillende websites.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Browsen with some of the pronouns.

  • Vroeger browsde ik altijd op internet voor onderzoek.
  • Toen ik jonger was, browste ik veel op verschillende websites.
  • Hij/zij/het browste regelmatig op het web voor inspiratie.
  • Wij browsten vroeger veel naar muziekclips.
  • Jullie browsten altijd op internet tijdens de pauzes.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Browsen with some of the pronouns.

  • Ik heb gisteren op het internet gebrowsed.
  • Jij hebt al veel informatie online gebrowsed.
  • Hij/zij/het heeft de hele middag op internet gebrowsed.
  • Wij hebben vorige week samen op social media gebrowsed.
  • Jullie hebben al veel websites gebrowsed.