cauteriseren

Conjugations List of Cauteriseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikcauteriseercauteriseerdeheb gecauteriseerd
jij, je, ucauteriseertcauteriseerdehebt gecauteriseerd
hij, zij, hetcauteriseertcauteriseerdeheeft gecauteriseerd
wijcauteriserencauteriseerdenhebben gecauteriseerd
julliecauteriserencauteriseerdenhebben gecauteriseerd
zij, zecauteriserencauteriseerdenhebben gecauteriseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Cauteriseren with some of the pronouns.

  • Ik cauteriseer de wond voorzichtig.
  • Jij cauteriseert de bloeding met behulp van hitte.
  • Hij/Zij/Het cauteriseert de tumor om deze te verwijderen.
  • Wij cauteriseren de aders om ze af te sluiten.
  • Jullie cauteriseren de wrat om deze te laten verdwijnen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Cauteriseren with some of the pronouns.

  • Ik cauteriseerde de wond regelmatig voorzichtig.
  • Jij cauteriseerde de bloeding vaak met behulp van hitte.
  • Hij/Zij/Het cauteriseerde de tumor om deze te verwijderen.
  • Wij cauteriseerden de aders om ze af te sluiten.
  • Jullie cauteriseerden de wrat om deze te laten verdwijnen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Cauteriseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de wond gecauteriseerd om infectie te voorkomen.
  • Jij hebt de bloeding gecauteriseerd en gestopt.
  • Hij/Zij/Het heeft de tumor gecauteriseerd en verwijderd.
  • Wij hebben de aders gecauteriseerd om ze af te sluiten.
  • Jullie hebben de wrat gecauteriseerd zodat deze verdween.