cremeren

Conjugations List of Cremeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikcremeercremeerdeheb gecremeerd
jij, je, ucremeertcremeerdehebt gecremeerd
hij, zij, hetcremeertcremeerdeheeft gecremeerd
wijcremerencremeerdenhebben gecremeerd
julliecremerencremeerdenhebben gecremeerd
zij, zecremerencremeerdenhebben gecremeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Cremeren with some of the pronouns.

  • Ik cremeer de overledene.
  • Jij cremeeert de overledene.
  • Hij/Zij/Het cremeeert de overledene.
  • Wij cremeren de overledene.
  • Jullie cremeren de overledene.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Cremeren with some of the pronouns.

  • Ik cremeeerde de overledene.
  • Jij cremeeerde de overledene.
  • Hij/Zij/Het cremeeerde de overledene.
  • Wij cremeeerden de overledene.
  • Jullie cremeeerden de overledene.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Cremeren with some of the pronouns.

  • Ik heb de overledene gecremeerd.
  • Jij hebt de overledene gecremeerd.
  • Hij/Zij/Het heeft de overledene gecremeerd.
  • Wij hebben de overledene gecremeerd.
  • Jullie hebben de overledene gecremeerd.