doorbrieven

Conjugations List of Doorbrieven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbrief doorbriefde doorheb doorgebriefd
jij, je, ubrieft doorbriefde doorhebt doorgebriefd
hij, zij, hetbrieft doorbriefde doorheeft doorgebriefd
wijbrieven doorbriefden doorhebben doorgebriefd
julliebrieven doorbriefden doorhebben doorgebriefd
zij, zebrieven doorbriefden doorhebben doorgebriefd

Presens
Beta

Example presens sentences for Doorbrieven with some of the pronouns.

  • Ik brieft door naar mijn collega's.
  • Jij breift door naar de klant.
  • Hij/Zij brief door naar het management.
  • Wij brieven door naar de afdeling inkoop.
  • Zij brieven door naar de leverancier.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Doorbrieven with some of the pronouns.

  • Ik brieft doorde aan mijn collega's.
  • Jij breifde door naar de klant.
  • Hij/Zij briefde door naar het management.
  • Wij brieften door naar de afdeling inkoop.
  • Zij brieften door naar de leverancier.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Doorbrieven with some of the pronouns.

  • Ik heb doorgebrieft aan mijn collega's.
  • Jij hebt doorgebrieft aan de klant.
  • Hij/Zij heeft doorgebrieft naar het management.
  • Wij hebben doorgebrieft naar de afdeling inkoop.
  • Zij hebben doorgebrieft naar de leverancier.