doorloodsen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | loods door | loodste door | heb doorgeloodst |
jij, je, u | loodst door | loodste door | hebt doorgeloodst |
hij, zij, het | loodst door | loodste door | heeft doorgeloodst |
wij | loodsen door | loodsten door | hebben doorgeloodst |
jullie | loodsen door | loodsten door | hebben doorgeloodst |
zij, ze | loodsen door | loodsten door | hebben doorgeloodst |
PresensBeta
Example presens sentences for Doorloodsen with some of the pronouns.
- Ik loods je door naar de volgende stap.
- Hij loodst de passagiers veilig door de luchthaven.
- Wij loodsen het schip door de smalle waterweg.
- Jullie loodsen de bezoekers door het museum.
- Zij loodsen de vrachtwagens door het drukke verkeer.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Doorloodsen with some of the pronouns.
- Ik loodste je vroeger altijd door het moeilijke deel van de opdracht.
- Hij loodste de kinderen door het donkere bos tijdens het schooluitje.
- Wij loodsten de toeristen door de smalle straatjes van de oude stad.
- Jullie loodsten de hulpbehoevenden door het bureaucratische systeem heen.
- Zij loodsten de atleten door de uitdagende hindernisbaan.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Doorloodsen with some of the pronouns.
- Ik heb je succesvol doorgeloodst naar je bestemming.
- Hij heeft de klanten deskundig doorgeloodst door het proces.
- Wij hebben het project met succes doorgeloodst naar de volgende fase.
- Jullie hebben de patiënten zorgvuldig doorgeloodst naar de juiste afdelingen.
- Zij hebben de treinreizigers efficiënt doorgeloodst naar de perrons.